• Nieuws

Kattenbeleid!

Leden werden vorig jaar op de hoogte gebracht met een nieuwsflash - lees dit hier nog eens na.

Naar aanleiding van de suggesties van onze leden tijdens de afgelopen Algemene Vergadering heeft SAVAB-Flanders hard gewerkt om een consensustekst op te stellen in samenwerking met de NGROD en de overige beroepsverenigingen over het KB van 3 augustus 2012 over de aanpak van het overaanbod katten in asielen en het opgelegde zwerfkattenplan voor gemeenten en steden. Wij zijn bijzonder trots op het resultaat en zullen u zeker verder op de hoogte houden van de gevolgen die hieraan gegeven worden.

Bezorgdheden Vlaamse dierenartsen over invulling KB van 3 augustus 2012 over  aanpak overaanbod katten in asielen in een meerjarenplan sterilisatie huiskatten en zwerfkattenplan voor gemeenten en steden

Naar aanleiding van het naderen van 1 september 2014 wensen de Vlaamse dierenartsen - verenigd in SAVAB-Flanders, IV-DB,  de Vlaamse Dierenartsenvereniging (VDV) én de Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen (NGROD) - hun bekommernissen te uiten over het KB van 3 augustus 2012 betreffende het meerjarenplan voor de sterilisatie van huiskatten, met name over  het laatste luik van het meerjarenplan sterilisatie huiskatten en de omzendbrief  die verstuurd werd naar steden en gemeenten in verband met het zwerfkattenplan.

Wij menen dat met dit deel van het KB te eenzijdig de nadruk gelegd wordt op het overaanbod van katten in de asielen en er onvoldoende werk gemaakt wordt van ‘responsible ownership’ en van de toekomst van de huiskat als gezelschapsdier.

Met deze visietekst wijzen wij op enkele valkuilen en formuleren we enkele suggesties om samen tot betere resultaten te komen.

Meerjarenplan sterilisatie huiskatten

Het meerjarenplan voorziet in maatregelen op het niveau van de asielen met het onvruchtbaar maken, identificeren en registreren van katten, vooraleer ze definitief geplaatst worden. Dit moet steeds door een dierenarts uitgevoerd worden. Een verschuiving van de sterilisatie van katten uit de dierenartsenpraktijk naar de asielen is een trend die al jaren duidelijk is. Budgettaire overwegingen brengen contractdierenartsen in asielen onder zware druk wat risico’s kan inhouden met betrekking tot het dierenwelzijn terwijl het onvruchtbaar maken op veel jongere leeftijd net extra voorzorgen vereist om de ingreep veilig te laten gebeuren.

De asielen spelen een cruciale rol in de responsabilisering van de adoptanten. Dieren plaatsen onder de reële kostprijs (mede dankzij subsidie, giften en legaten) bevordert ‘responsible ownership’ niet. De verantwoordelijkheid van de eigenaar stopt immers niet bij de adoptie, zelfs niet als het dier al onvruchtbaar gemaakt is. Een betere opvolging na aanschaf van elke kat zou zeker de gezondheid en het welzijn van het dier, de volksgezondheid, alsook het verantwoordelijkheidsgevoel van de eigenaar ten goede komen.
Wij pleiten dan ook voor een vrije keuze van dierenarts door de adoptant voor het onvruchtbaar maken en het identificeren en registreren van zijn dier, waarbij zo snel mogelijk een vertrouwensband gecreëerd wordt tussen dierenarts en adoptant.
Het systeem van contracten met de adoptant waarin afspraken staan met betrekking tot het onvruchtbaar maken en het afleveren van een attest door de dierenarts dat terugbezorgd wordt aan het asiel, zoals gangbaar is bij honden, heeft daar al zijn efficiëntie bewezen. Een andere reeds gehanteerde taktiek is het aanrekenen van een soort waarborg bij de adoptie, die pas terugbetaald wordt na het aanleveren van het attest van de dierenarts. Dit helpt om de budgetten van de asielen in evenwicht te houden, het verhoogt de verantwoordelijkheid van de adopdant en het vrijwaart de vrije keuze van dierenarts door de adoptant.

Het laatste luik van het meerjarenplan met vroegsterilisatie, identificatie en registratie mikt op de katteneigenaar die toch een nestje fokt. De verantwoordelijkheid wordt hier bij de moederpoeseigenaar gelegd: hij dient niet alleen zijn kat, maar ook alle kittens die hij wenst te plaatsen, onvruchtbaar te laten maken, te identificeren en te registreren.
Eén kat onvruchtbaar maken, identificeren en registreren, is ons inziens niet onoverkomelijk voor een modaal gezin. Al deze ingrepen financieren voor een nestje kittens is meteen een heel ander verhaal.
Hierbij riskeert de overige nodige gezondheidszorg (vaccinatie, anti-parasitaire behandelingen) achterwege te blijven. Gezien het aantal zoönosen (besmettingen die overdraagbaar zijn van kat op mens) is dit niet bevorderlijk voor de volksgezondheid en evenmin voor het welzijn van de kat.
Ook zullen alternatieve pistes bewandeld worden, waarbij we denken aan dumping ver van huis, dumping bij dierenarts of asiel, hoarding (verzamelen van katten), abortus door sterilisatie, euthanasie van pasgeboren kittens en minder humane aanpak zoals verdrinking. Hierbij komt niet alleen het dierenwelzijn in het gedrang, meerdere van deze alternatieven zullen net het doel van het KB voorbij schieten en een bijkomende belasting vormen voor de asielen en voor de zwerfkattenacties van steden en gemeenten.

Wij zijn ook bezorgd over het overleven van een gezonde gewone kat als huisdier. Alleen de meest (ver)wilde(rde) huiskat zal overleven, want zij zal niet gevangen worden voor sterilisatie. Zij leert haar kittens hoe omgaan met de buitenwereld, de mens incluis, en deze zullen niet de beste kandidaten zijn om in familiale kring te leven.

Er zullen ook mensen zijn die zich zullen registreren als erkend kweker van huiskatten. Door enkel erkende kwekers toe te laten voor huis- en raskatten zal de genetische pool verkleinen, wat zowel de gezondheid als de karaktereigenschappen nadelig zal beïnvloeden. We durven daarom aan te raden de bepaling van genetische stambomen en DNA profielen te implementeren om nefaste effecten van doorgedreven fok, zoals bij honden, te voorkomen. Bovendien zijn we ongerust dat ook de katten en raskatten in ‘broodfok’ circuits terechtkomen. Dit opent immers perspectieven voor  import van katten uit het buitenland.

Tot slot dreigt ook een probleem voor “de braafste Belg”: hij dient met zijn onvruchtbaar gemaakte, gechipte en geïdentificeerde kittens in concurrentie te gaan met het asiel waar kittens aan zeer verlaagde tarieven worden aangeboden. Opnieuw een reden om katten aan een realistische kostendekkende prijs te plaatsen.

Degelijke sensibiliseringscampagnes, zoals onder de volgende hoofding toegelicht, zouden ons inziens veel zinvoller zijn.

Bemiddeling bij plaatsing van poezen en kittens, gezien advertentie niet is toegestaan, zou ook een legaal kader moeten krijgen. Elk dier dat immers op deze wijze geplaatst wordt, komt niet in een asiel terecht.

Als dierenarts worden wij ook vaak geconfronteerd met aangereden of zieke dieren die door de niet-eigenaar bij ons gebracht worden. Door de versnippering van de registratie wordt het haast onmogelijk om de eigenaar van een geïdentificeerd dier snel te traceren. Een centrale databank naast een verplichte identificatie en registratie voor alle katten is een absolute must. De databank zal de opspoorbaarheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de eigenaar doen toenemen. Een centrale databank kan ook een middel zijn om genetische testen of chirurgische correcties van afwijkingen te noteren.

Zwerfkattenplan voor gemeenten en steden

Ook een zwerfkattenbeleid voor de gemeenten wordt door de overheid opgelegd. Elke gemeente moet een contactpunt voorzien waar inwoners zwerfkatten kunnen

melden zodat ze gevangen, onvruchtbaar gemaakt en terug vrijgelaten of, indien nodig uit dierenwelzijnoverwegingen, geëuthanaseerd kunnen worden. Bovendien moeten de gemeenten zorgen voor het voederen van de zwerfkatten alsook voor beschutting tegen extreme weersomstandigheden.

Praktijkdierenartsen worden wel vaker geconfronteerd met klachten wegens overlast van (ver)wilde(rde) katten. Risico’s reiken verder dan het ongemak alleen: volksgezondheid met overdraagbare ziekten (naar mens én dier), invloed op het ecosysteem, en niet onbelangrijk, het welzijn van deze poezen zelf.

Wetenschappelijke studies wijzen uit dat de beste resultaten in beheersing van het zwerfkattenprobleem bekomen worden door een multimodale aanpak, waarbij naast de permanente inspanningen om (ver)wilde(rde) katten te castreren/steriliseren en opnieuw uit te zetten, ook aandacht besteed wordt aan de actieve sensibilisering van de katteneigenaars en de rest van de bevolking. Uiteindelijk ligt een deel van de bevolking zelf aan de basis van het probleem.

Vooreerst willen we benadrukken dat enkel hoge-impact (80 % van de totale populatie) TNR (Trap Neuter and Return) het beoogde effect kan behalen. Uitsluitend de voortplanting van een (te klein) deel van de (ver)wilde(rde) katten verhinderen, leidt op relatief korte termijn tot een grotere beschikbaarheid van de voedingsbronnen voor de niet-geopereerde dieren, wat vervolgens overlevingskans biedt aan grotere en schuwere nesten. Tevens kunnen poezen uit dichter bevolkte zones migreren naar minder bevolkte zones. Vanuit dit oogpunt juichen wij de globale aanpak voor alle gemeenten en steden toe. Men kan zich wel afvragen waarom het extra bijvoederen zo expliciet gesteld wordt.

Degelijke sensibiliseringscampagnes kunnen informatie omvatten over de omgang met eigen poezen (bvb vroegtijdig opereren, fabeltje uit de wereld helpen dat een poes eerst een nest moet hebben om gelukkig/gezond te zijn, niet achterlaten), over de omgang met buiten levende poezen (bvb buiten voederen/niet voederen van de (ver)wilde(rde) kattenpopulatie en de eigen kat, tuinbeplanting die katten aantrekt of juist niet interesseert, omgang met afval) en over het natuurlijke gedrag en de behoeften van de kat in het algemeen.

Sensibilisering moet ook helpen vermijden dat de vrijgemaakte budgetten voor een zwerfkattenproject misbruikt worden om huiskatten onvruchtbaar te laten maken op kosten van de gemeenschap.

Sommige steden opteren nu reeds voor het uitreiken van een kortingbon aan hun inwoners die kan ingeruild worden bij een dierenarts naar keuze uit de betrokken regio voor het laten steriliseren/castreren van hun huiskat. Zo zou ook de bevolking gestimuleerd kunnen worden om hun dier te laten identificeren en registreren. Dit vermijdt tevens dat ze een nutteloze diergeneeskundige interventie ondergaan als ze gevangen worden in het kader van een zwerfkattenactie, wat opnieuw gunstig is voor de gemeentebudgetten.

Het steriliseren/castreren en opnieuw uitzetten van verwilderde katten zelf vereist onder meer belangrijke financiële inspanningen van de gemeente en de medewerking van gemotiveerde dierenartsen. Het steriliseren van zwerfkatten moet evenwel uit het oogpunt van dierenwelzijn op een verantwoorde wijze gebeuren; dit is een morele verplichting voor iedere opdrachtgever, ook voor de gemeente. Laat ons niet vergeten dat het per definitie gaat om wilde dieren, die snel weer worden geïntroduceerd in hun habitat, zodat van naverzorging geen sprake kan zijn. De diergeneeskundige kwaliteitseisen (pijnbestrijding, steriliteit, resorbeerbaar materiaal) voor de ingreep zelf moeten dus minstens gelijkwaardig zijn aan deze die gehanteerd worden voor een huispoes. Daarnaast moet extra aandacht besteed worden aan de pre- en postoperatieve periode. Tevens dient een uitwendig zichtbaar merkteken aangebracht te worden zodat van op afstand zichtbaar is dat de poes reeds geopereerd werd (bvb door een duidelijk knip in het oor al dan niet naast een elektronische identificatie en registratie).

Ook het laten inslapen van te zwakke en zieke katten dient op een diervriendelijke manier te gebeuren, met een overdosis slaapmiddel in de bloedbaan na een diepe sedatie of zelfs verdoving van het dier. Lijkjes dienen op reglementaire manier afgevoerd te worden. Aan kwaliteit en professionaliteit mag nooit ingeboet worden.

In overeenstemming met de eerder ingenomen standpunten van de NGROD moeten alle dierenartsen uit de regio kunnen deelnemen aan het initiatief en het werk moet evenredig verdeeld worden.

Maar niet alleen dierenartsen dienen bij een zwerfkattenplan betrokken te worden. Er is ook het gemeentepersoneel en eventueel vrijwilligers die het probleem in kaart brengen en andere adviezen kunnen geven om overlast te vermijden. Zij moeten ook de tamme huiskatten kunnen onderscheiden van (ver)wilde(rde) katten of reeds geopereerde katten.

Een en ander lijkt het te verantwoorden om een heuse handleiding over te maken aan de steden en gemeenten als hulp bij het realiseren van een zwerfkattenplan. Het maken van een praktisch, objectief, breed toepasbaar, emotievrij kader voor indeling van de katten is gewenst, waarbij rekening gehouden wordt met het fysieke en psychische welzijn van de kat of de groep katten. Dierenartsen kunnen een professionele adviserende rol spelen in het opstellen van dergelijk document. Ook een basisvorming van het betrokken gemeentepersoneel en de vrijwilligers die de katten vangen en terug uitzetten, is ten zeerste aan te raden. Tevens kan een overzicht gegeven worden van de voorwaarden die gesteld kunnen worden aan de diverse handelingen die van de dierenarts verwacht worden om te vermijden dat enkel het prijscriterium in aanmerking genomen wordt bij het aanschrijven van dierenartsen. Het slagen van dergelijke campagne hangt af van een correcte samenwerking met de diverse partijen.

Om te concluderen zijn wij, dierenartsen, bezorgd om de toekomst van de huiskat als gezelschapsdier. Wij menen dat aanpassingen van het KB gewenst zijn en dat er uitgebreid moet ingezet worden op sensibilisering. Vanzelfsprekend zijn wij bereid tot verder constructief overleg over deze materie.

Voor de NGROD, Prof. Dr. S. De Vliegher, voorzitter

Voor SAVAB-Flanders, Dr. B. Proesmans, voorzitter

Voor de VDV, Dr. J. Deleu, voorzitter

Voor IVDB, Dr. P. De Smedt, voorzitter