• Nieuws

Hoe goed horen dieren?

Symfonie in Blaf groot

Hoe goed horen dieren? Instinctief zouden we op die vraag antwoorden 'prima!' of 'veel beter dan mensen'. In sommige gevallen is dat onbetwist waar. Zo kan een woestijnvos met zijn lange flappers insecten zelfs onder de grond horen ritselen. Dat is fijn voor de woestijnvos, want zijn zicht is tamelijk onderontwikkeld. Wolven zijn dan weer meesters in het lokaliseren van hun prooi, alleen door af te gaan op het geluid dat die produceert.

Wie een hond heeft, weet dat die opveert als een bekende in aantocht is, lang voor hij aanbelt. Sommige honden zouden zelfs in staat zijn om het geluid van de motor van de auto van hun baasje te herkennen. Hun vermogen om hoge frequenties waar te nemen die voor ons onhoorbaar zijn, inspireerde zelfs ooit een groep muzikanten tot een compositie met uitsluitend deze hoge noten. De vraag of daar iemand op zat te wachten laten we even in het midden.

Variatie doet leven

Met al die superhoorders zou je bijna gaan geloven dat wij als mens wel erg schamel bedeeld zijn met ons 20 Hz tot 20 kHz spectrum. Toch is het vermogen om te horen ook niet eerlijk verdeeld over het dierenrijk. Elk beestje heeft zo zijn eigen relatie met geluid. Het is eerder onze kijk op horen die bescheiden - of beperkt - is.

Spinnen en slangen brengen hun leven door in nagenoeg totale stilte, maar nemen geluid waar op een andere manier. Het lichaam van de slang neemt geluidstrillingen waar via de bodem en een spinnenkop weet dat er iets loos is als die trillingen de haartjes op haar poten raken.

Een dier dat behept is met de benijdenswaardige eigenschappen om van kleur te veranderen en met zijn twee ogen een verschillende kant op te kijken (handig als je deze zomer vier kinderen in het oog moet houden op een strand) is de kameleon. Wel, deze koning van de camouflage moet het stellen met een klankbeeld tot 600 Hz. Hij heeft geen trommelvlies en geen ooropening.

Kikkers hebben een gehoor dat hen toelaat te horen wat er op het menu staat en wie van hun soortgenoten eventueel roet in het eten komt strooien, maar daarmee houdt het op. De zingende kikkerfamilie in de clip bij Paul McCartney's We all stand together was in dat opzicht niet bepaald realistisch. Verder geloven we graag dat kikkers 's nachts een feestje bouwen. 

Engelen in het gras

Een experiment van componist Jim Wilson wijst erop dat sommige dieren, hoe klein ze ook zijn, mogelijk een verborgen genoegen putten uit de geluiden die ze voortbrengen. Hij registreerde het sjirpen van krekels, vertraagde en bewerkte het en het resultaat is van een bevreemdende schoonheid. Het lijkt of we luisteren naar een onvermoeibaar engelenkoor.

Het fragment werd gerecupereerd door verschillende muzikanten. De echtheid ervan wordt weleens betwist, maar Tom Waits noemt het alleszins de mooiste opname in zijn collectie. Of het nu om een waarachtige weergave gaat of een zwaar gemanipuleerde stunt, het is een rustgevende gedachte dat er 's zomers een ongesubsidieerd concert plaatsvindt naast onze tent of hotelkamer dat wordt gespeeld puur voor het plezier van de zespotige musici zelf.

Kijken met je oren

Onder water zijn onze oren maar matig van nut. Geluid reist vier tot vijf keer sneller door het water dan door de lucht, maar omdat onze trommelvliezen en het water een gelijke dichtheid hebben, vangen onze oren de trillingen niet efficiënt op. Terwijl wij de richting van een geluid aan land kunnen bepalen door het verschil in tijd en intensiteit waarmee het onze twee oren apart bereikt, verliezen we dat vermogen onder water. De trillingen worden via onze schedel opgevangen en doorgegeven aan onze oren. We kunnen de geluiden van de onderwaterwereld daarom wel horen, maar niet lokaliseren.

Sommige zoogdieren zoals vleermuizen en dolfijnen gebruiken echolocatie om zich te oriënteren. Dolfijnen brengen een reeks gerichte klikgeluiden voort met een groot aantal verschillende frequenties die tussen 50 en 128 microseconden duren. De geluiden reflecteren op de voorwerpen in de omgeving en worden opgevangen door de onderkaak van de dolfijn. Van het kaaksbeen gaan de trillingen naar het middenoor, vervolgens het binnenoor, de gehoorzenuw en ten slotte naar het gehoorcentrum in de hersenen, waar flipper ze interpreteert. Zo 'ziet' hij de omvang, vorm, afstand, richting en zelfs een deel van de interne structuur van het betrokken voorwerp.

Walvissen kunnen elkaar op basis van hun unieke roep kunnen horen en herkennen van op kilometers afstand. Dit talent van de zeezoogdieren maakt hen wel enorm kwetsbaar: de almaar toenemende menselijke activiteiten op zee en met name het gebruik van sonar, dat de signalen van de reuzen ernstig verstoort, vormen een grote bedreiging voor hun gezondheid.

Een studie van de Amerikaanse zeemacht zelf wees uit dat in de komende vijf jaar vermoedelijk 340 walvissen en dolfijnen het leven zullen laten als gevolg van militaire oefeningen. 11.000 dieren zullen ernstig gewond geraken en een hallucinant aantal van 1,89 miljoen zeedieren lichtgewond, als gevolg van gehoorverlies.

De blinde fietser

Voor ons, landdieren met landoren, lijkt echolocatie een mysterieuze gave die alleen voor het dierenrijk is voorbehouden. Toch is ten minste één man er in geslaagd zich de techniek eigen te maken. De Amerikaan Daniel Kish verloor op jonge leeftijd zijn ogen als gevolg van een agressieve kanker. Hij leerde zich te oriënteren in de ruimte met behulp van klikgeluiden en hun reflectie - bekijk hier het filmpje. Hij mag dan al wat tanden kwijt zijn en regelmatig zijn knieën bezeren, hij rijdt wel vrolijk rond op de fiets. Kish heeft een organisatie opgericht, World Access for the Blind, die als doel ondermeer heeft om zo veel mogelijk blinden te leren 'kijken' met hun oren.

©hansanders.be